The Dalton Highway
Door: Marcel
Blijf op de hoogte en volg Marcel
17 Juni 2015 | Verenigde Staten, Prudhoe Bay
Dan nog effe naar de General Store (onvindbaar ergens op het industrieterrein (en dat voor zo’n klein gat) om wat laatste spullen te halen die niet op vliegtuig mee mogen: campinggasjes en Bearspray. Laat de Bearspray nou net uitverkocht zijn. Shit, wat nu? 15 (wild)kampplaatsen in beergebied te gaan en geen bescherming. Na wat discussie adviseert de winkelbediende me een soort mini persluchthoorn. Een toetertje! Nou dat is een geruststellende gedachte: als er ‘s nachts een beer in m’n tent komt kan ik op het toetertje duwen. Afijn beter dan niks en in een stralend weertje (volop zon, 23C) ga ik over de Dalton Highway op weg. Highway is trouwens een groot woord voor het gravelpad waar ik over fiets (foto 1). Geen gemalen baksteen van tennisbanen maar een soort split, vooral als het pas gestrooid is en nog los ligt, trap je je er de pleuris op en schuift de zwaar beladen fiets alle kanten op. De weg wordt ook continu onderhouden/verbouwd en d’r rijden meer wegwerkers dan werkelijk vrachtverkeer. Ontzettend happy met het weer (vorige week hagelde en sneeuwde het nog) met een licht windje in de rug gaat het door de godverlaten toendra (foto 2): poelen, vennen, meertjes, nog sneeuwhopen en toendra gras waar het oog reikt, met alleen de eeuwige oliepijpleiding naast me om me de volgende 800 km te vergezellen.
Ondanks de gravel zit de vaart er goed in, en na 80 km komen de eerste heuveltjes en gaat de weg op en af. Lastig klimmen in de gravel, de fiets glijdt weg en dalen is ook geen genot want alles boven de 20 km/uur is al stuntwerk. Rusten is er niet bij, langs de weg is alles nat en pas na 100km vind ik een klein droog stukje om ff een dutje te doen. Dat dacht ik tenminste, al na 2 seconden rusten wordt ik gemeen aangevallen door een horde musquito’s en een paar seconden later ben ik al volledig lekgeprikt, nog nooit zoiets meegemaakt! De enigste manier is een muskietennetje op de kop en de jas over me trekken om dat vliegend kleinvee op afstand te houden. Na een tijd stopt een State Trooper om te vragen of alles OK is (ja ik heb water en alles bij me). Onder de indruk van een fietser in dit godsverlaten oord krijg ik nog een mueslireep van hem en als hij weg is bedenk ik dat ik een zak (eten)afval heb waar ik geen raad mee weet. Gelukkig stopt zowaar even later een camper en ik loop met het afvalzakje erheen en wil het aangeven als een raampje wordt opengedraaid en iemand op de achterbank vraagt: “Ben jij Marcel, Marcel Tijdink?”
Ik ben stomverbaasd, in the middle of nowhere, het verlatenste stuk in het noorden van Alaska, één auto per kwartier en die kent me???
Het blijkt een collega fietser te zijn (Wolt Weterings) die me een maand geleden al eens had gemaild dat hij ook zo’n reis wilde ondernemen. In alle drukte was ik dat vergeten en daar staat hij ineens. Hij heeft al van Anchorage naar hier gefietst en wilde zelfs weer terug naar Fairbanks fietsen (sommige mensen zijn echt gek) maar heeft toch maar een lift genomen. Ik krijg zijn routeboek (maar goed ook, want ik heb geen idee waar te kamperen, heb de route slecht voorbereid en meer met feesten bezig geweest) en krijg ik een tip om te overnachten op “Ice Cut”, een leuk plekje zo’n 40 km verder als dat lukt. Als klap op de vuurpijl mag ik zijn Bearspray overnemen want hij koopt wel een nieuwe in Fairbanks. Kijk, dat geeft toch net even wat meer vertrouwen als zo’n toetertje. Wolt bedankt!
Inderdaad zie ik na een paar uur het bordje Ice Cut en staat 152 km op de teller, het is goed geweest. De plek is echter een kale parkeerplaats voor trucks, vol met zakken stenen. Awel dat zal het dan wel zijn. Verder onder aan de heuvel zie ik de rivier en overweeg wat water te tanken maar heb geen zin om nog een kilometer omlaag te fietsen en weer terug omhoog. Morgen. Snel de muggen ontvluchten en de tent maar opzetten. Alhoewel ook geen makkie. De grond is knoer-hard dus haringen kan ik vergeten maar met kunst en vliegwerk en een aantal zware stenen staat de knommel dan toch. En dat alles onder de overweldigende belangstelling van honderden muggen die blijkbaar precies weten wanneer ik ze niet kan slaan en me juist dan attaqueren. Snel de etens-tas (met de geurende Jellie-bars) verstopt tussen de steenhopen en zelf de tent in. 22.00 uur maar volop licht, en dat zal nog tot morgenvroeg zo blijven want ik zit boven de poolcirkel en het blijft in de zomer dag en nacht licht. Een vreemde gewaarwording.
Afstand: 152 km
Hoogte: 300 m
-
25 Juni 2015 - 10:32
Marij:
Moeij begin Marcel ;) -
25 Juni 2015 - 12:49
Nicole:
Wat een bijzonder begin!
Geniet er van! -
25 Juni 2015 - 16:30
Moeder Tijdink:
Je bent `n kanjer, ben heel trots op je . Succes , Moeder. -
25 Juni 2015 - 19:14
Danny:
Leuke verhaole! Succes kerel. -
25 Juni 2015 - 22:30
Gert & Carla:
Goed begin ... en je verhalen zijn nu al boeiend :-) -
25 Juni 2015 - 22:40
Ronald :
Super om je verhalen weer te kunnen lezen! Succes! -
25 Juni 2015 - 22:46
Elise:
Hi Marcel, heb net een bezoek gebracht aan trainingskamp in Toscane -
26 Juni 2015 - 09:40
Elise:
Irritant, zit ik een heel verhaal te typen, staat er maar 1 regeltje....hoop dat jij wel alles kunt lezen. -
28 Juni 2015 - 11:57
Mat En Eljo:
Geweldig om je weer te volgen!:-)
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley