Bergen hellingen en hongerige gasten
Door: Marcel
Blijf op de hoogte en volg Marcel
22 Juni 2015 | Verenigde Staten, Coldfoot
Het landschap wordt heuvelachtiger, bergen doemen op aan de horizon (Brooks Range), de weg gaat steeds meer op en af en het is ploeteren door de gravel. Na 80 km heb ik het wel gehad, nog moe van de jetlag (of feestjes) zie ik de camping op de kaart langs de weg aangegeven: Galbraith Lake. Die blijkt echter nog 10 km landinwaarts over een soort boerenspoor (grrr) maar het is een prachtig plekje aan het meer en dat vinden de muggen blijkbaar ook. Weer volledig vermomd met muskietennet en lange pijpen/mouwen alles opgezet en een lekkere Adventure Food maaltijd gekookt (dat wil zeggen 570 ml kokend water ingeschud en 8 min gewacht).
Op tijd naar bed want morgen is een grote dag. Dan gaat het de beruchte Atigun pas over, bekend van de Ice Truckers en zo van Discovery, een 1400 m hoge pas met een erg steile helling waar menige trucker (in de winter) doodsangsten heeft uitgestaan.
18 juni Ice Cut – Galbraith Lake Campground
Afstand: 89km
Hoogte: 941 m
De dag erna (ochtenden zijn hier niet) is het weer een heerlijke zonnige dag, 18-20C. Met wat lichte tegenwind op naar de Atigun, benieuwd of ik hem kan bedwingen. Het landschap wordt gevarieerder, bergen links en rechts maar nog steeds alleen begroeid met (steppe)gras. Bomen komen over een aantal kilometer pas voor. Als ik de Atigun in zicht krijg, snap ik de verhalen. Een idioot steil stuk van 900 naar 1400 meter over een paar kilometer. De trucks gaan puffend en grommend omhoog en banden slippen over de gravel. Vol goede moed knuur ik omhoog in de allerlaagste versnelling en afgezien van 1 korte “foto”-stop is de top gehaald. Yes!
De route daarna is werkelijk prachtig, links en rechts de bergwanden (de Brooks Range), groene dalen, snel stromende rivieren, beekjes, en een zonnetje erbij. Hier komen de eerste (dunne) sparren voor. Hoewel vrij dun zijn ze al honderden jaren oud omdat ze zo langzaam groeien. De allernoordelijkste “grote’ spar (Farthest North Spruce) van meer dan 237 jaar oud is hier een bezienswaardigheid. Jammer genoeg heeft een of andere halve zool het ding een aantal jaren gewoon omgekapt. Sneu. Mijn plan was te kamperen op de Marion Campground, daarvoor moet je weer “even” van de weg af (verdomme 3 km steil omhoog op een bospad) en daar blijkt het water afgesloten. OK, dan maar verder naar Coldfoot, eigenlijk een Truck stopplaats met zowaar een barretje voor toeristen en nog belangrijker: hete douches! Dat is pas lekker na 171 km, alleen nog overtroffen door het koude biertje aan de bar. Wat een luxe, heerlijk, genieten!!
Voor het slapen op het kampveldje nog even de etens-tas met de Jellie-bars verstoppen, want een beer-container hebben ze hier helaas niet. In het kleine bosje achter mijn tent zijn de bomen te klein/dun om hem op te hangen dus maar verstopt tussen de struiken.
Met mijn Bear-spray en mijn toetertje de tent in en ondanks de herrie van de tankende trucks en de huilende honden (of wolven?) val ik voldaan in slaap.
18 juni Galbraith Lake Campground - Coldfoot
Afstand: 171 km
Hoogte: 981 m
Eigenlijk was ik van plan hier een dag langer te blijven, maar ook hier sterft het van de zuigende muggen en bovendien het gejank van die honden. Dat heb ik thuis al jarenlang genoeg gehoord.
Bovendien heb ik een vrij strak schema om in Anchorage/Whittier (totaal 1600 km) het veer te halen op 6 juli, inclusief een paar rustdagen in Fairbanks is dat zo’n 100 km per dag.
De tent dus weer snel ingepakt en de voedseltas uit de struiken gehaald. Dan blijkt dat goed verstoppen van het eten geen overbodige waarschuwing is. Een beer heeft een flink stuk uit m’n tas en het bakje met de Jellie-bars geknauwd. Blijkbaar is hij daar toen net gestoord (of hij heeft de Jellie-bars geproefd natuurlijk, haha, geintje Jel). Da’s wel even schrikken. Maar ja, met duck-tape de tas voorlopig maar hersteld en de Jellie-bars in zip-zakjes gegooid, waar ze trouwens nog steeds doorheen meuren.
De route gaat nu naar de Artic Circle, het punt waar de zon weer (een beetje) onder gaat. Grappig genoeg arriveer ik daar dan de 21ste Juni, de langste dag van het jaar.
De bergen gaan nu over in lagere bergruggen en lange dalen, de wegen gaan ook niet meer langs de rivierdalen maar dwars over de bergen/heuvels heen. Dat betekent ook veel meer stijgen en dalen en niet geleidelijk maar vaak idioot steil. Het lijkt wel of ze de weg hier zomaar over de bergen heen hebben gekwakt. Geen wonder dat ze de Highway in 158 dagen hebben kunnen bouwen. En dat in 1974, toch al een jaar waar ik geen goede herinneringen aan heb. Tot overmaat van ramp staat de wind flink tegen en barst totaal uit het niets een onweersbui los. Even lekker verkoelend maar de blikseminslagen hebben weer verschillende bosbranden veroorzaakt hoor ik later.
95 km is meer dan genoeg voor mij over die klote hellingen en ik ben blij de Artic Circle Campground te zien. Wel nog even 3 km steil omhoog over een gravelpad (%#@@$% natuurlijk, what’s new). Boven vraag ik Walt de kampbeheerder waar het water is en hij verwijst me naar een rivier 6 km onder aan de Highway. Ik bedank hem hartelijk (Obrigado, sukkel !) en knutsel met m’n laatste water het eten in elkaar. Intussen hebben de muggen zuidwaarts ook nog gezelschap gekregen van steekvliegen, gnats en ander vliegend ongedierte. De Alaska folder, gekregen van Wolt, vermeldt dan ook vrolijk “Are the bugs in Alaska really that bad? YES, hordes of musquitos and other bugs emerge from June to August”. Tenminste een vakantie brochure die geen overdreven reclame verhalen verkoopt.
Nog even met Walt en een paar bikers gekletst en m’n voedsel tas maar in het toilet opgeborgen, anders blijft er niks van over, haha. Morgen volgens de brochure een camping vlakbij een “restaurant en water”. Hmmm. Weer luxe!
20 juni Coldfoot – Artic Circle
Afstand: 98km
Hoogte: 1028 m
Planning vandaag is zo’n 90 km, dwars over de heuvels. En vooral als die heuvels een speciale naam hebben gekregen is het oppassen want dan zijn ze idioot steil. Ik merk dat ik een beetje pap-benen heb en dat maakt het klimmen er niet makkelijker op. Godmiljaar, welke knuppel heeft die weg ontworpen. Gisteren hadden we “Gobblers Knobb” (geneem ding) en vandaag heuvels als Rollercoaster, Finger Mountain, en Beaver Slide. Nou dat is idd een kuttenbijtertje. Die heb ik eens bijgehouden 350m klimmen met meer dan 11%. (nu ik dit typ heb ik op internet ff gezocht blijkt een prima brochure over de route te zijn van BLM met hellingen van idd 12%, geweldig voorbereid ben ik zeg). Het ergste is dat als je een beetje ritme hebt er inde klim weer zo’n slecht stuk gravel komt. Dat geldt in gelijke mate voor de afdaling, die gaat soms op goede stukken 50..60 km/hr en dan moet je ineens in de remmen voor zo’n opengebroken stuk. De afdalingen zijn trouwens met helm mams (tenminste nadat het die ene keer bijna fout ging, haha). Ondanks alle handicaps toch tot 63 km/uur omlaag gecrossed, fantastische fiets toch.
De camping valt wat tegen, een kale vlakte met steentjes en vol in de wind, maaaar daarom dus minder vliegend kleinvee: geweldig!
Vlakbij ligt idd een klein restaurantje met een knorrige bazin maar heeeerlijke hamburgers, mjammmie. De wind gaat ’s avonds helaas liggen dus weer de tent ingevlucht en eens m’n muggen/gnat steken geteld, ongeveer 100 alleen op m’n benen. Hmm, valt nog mee :-( .
21 juni Artic Circle – 60Mile
Afstand: 91km
Hoogte: 1230 m
Vandaag ga ik de Dalton Highway verlaten, tenminste ik hoop in 2 etappes in Fairbanks te komen (nog maar 230km). De weg hier is op z’n aller aller allerslechtst, een hobbelige kleiweg soms zelfs modderstukken waar ik net doorheen kom. Ik ben dus echt geen mountainbiker type, bovendien lig ik ook liever zondagsochtends op bed dan met de biekers de bossen in te gaan. Dat wordt nog eens onderbouwd als ik Patrick tegenkom, een Fransman op de fiets (gaat van Vancouver naar Artic Circle) die eigenlijk alleen Frans praat (handig) en blij is iemand te vinden die een beetje verstaat. Echt wel “un petit peu” en hij heeft het over “urse noir” en “route degradee” vooral het laatste zat hem dwars en was ook doodmoe en blij dat vooral dit laatste stuk erop zit. Hij heeft trouwens net de “moose” (eland) gemist die ik zojuist heb gezien, mar hoe zeg je dat op Frans? Gebarentaal en rare geluiden maken veel duidelijk. Na ons afscheid nog even bij 2 oudjes langs die ik gister bij het restaurantje heb ontmoet. Ze servicen een Visitor Center bij de Yukon en ik vraag hun daar wat info over verder kampplaatsen. Hij mummelt iets onverstaanbaars en zij vertaalt dat (en nee, ligt niet aan mij, dat ging gister in restaurantje ook zo met de serveerster). Hun kennis is beperkt en niet erg correct maar ach, ze hebben een leuk tijdverdrijf en af en toe aanspraak, gaaf toch zo de oude dag door te mummelen. De hellingen zijn minder steil maar wel vaker klim- en daalwerk. Opeens zie ik daar iemand lopen met een karretje achter zich. Het zal niet waar zijn! Maar inderdaad, het is een jonge Japanner die van Fairbanks naar Prudhoe lóópt (800 km!). Hij heet Shogun, wat een kereltje, respect! Evengoed rare jongens die Japanners.
Onderweg haalt een auto me in en staat op volgende parkeerplaats me op te wachten terwijl hij voor mij koffie aan het zetten is! Charles (een gastvrije Australier) biedt me ook nog een heeeerlijke beker koud water aan. Charles if you can read this, I bet your google-translater will make a messs out of this part, but thans very much for your enourmous kind help. I appreciate it!
In de middag weer heerlijk gekookt (8 mijn en 1200 kCal pasta, mjam mjam) en als ik op het iend van de dag op de laatste hellingen zonder water zit krijg ik van een echtpaar in een camper ijskoud water in m’n bidons en als bonus een banaantje erbij. Op die energie haal ik een geschikt plekje met toiletgebouw (voor de bagage, jippie) bij de Tolavana rivier. Ik zie een werkelijk idyllisch plekje aan de rivier en zet er m’n tent op. Dat had ik kunnen weten, niets is idyllisch als de muggen het ook niet mooi vinden. Deze plek komt dan ook met gemak op de Muggen Top Drie. Met ware doodsverachting neem ik nog een snelle wasbeurt in de rivier en was m’n fiets en onderbroek weer uit. Dat doe ik trouwens iedere dag, 2 fiets/onderbroeken bij me, iedere dag er een wassen voor hygiene en tegen ontstekinkjes, mijn zitvlak en alles eromheen ook nog eens met ontsmettingsdoekjes schoonmaken (met kokossmaak, ruikt nog harder dan de Jelliebars, raad eens van wie ik die heb). Daarbij de allerbeste zadel (Brooks zadel) en uitstekende fietsbroeken die 10x beter zitten dan vorige keer. Een ervan als gezegd gesponsord door Leontienhuis (kijk eens op hun site http://www.leontienhuis.nl/ of nog beter doneer iets). Ondanks alle inspanningen voel ik langzaam op 2 plaatsen een ongewenste metgezel opkomen. Hmmm, we zullen eens zien.
23 juni 60Mile – Tolavana River
Afstand: 120km
Hoogte: 1861 m
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley